Een paar jaar geleden was Rusland nog een communistisch land. Je mocht er niet zomaar naartoe reizen; de grenzen met het westen waren gesloten. Ook godsdienst was verboden. Het was dus heel gevaarlijk om openlijk christen te zijn. In die tijd speelt dit verhaal.
Het begint op de eerste dag van de kerstvakantie. Sportleraar Arie de Jager is lekker vroeg opgestaan om een flink eind te gaan joggen. Dan wordt er plotseling gebeld. Er staat een vreemde man op de stoep, die heel geheimzinnig doet. Hij is het hoofd van een organisatie die bijbels naar Rusland smokkelt.
Wat de man vraagt, is heel gevaarlijk. Er is iets helemaal misgegaan met een smokkeloperatie. Er zijn mensen in nood, en Arie moet gaan helpen. Maar brengt hij het er zelf levend vanaf?
Dit spannende verhaal is geschikt voor kinderen vanaf ongeveer 9 jaar.
Achtergrond:
Dit verhaal heeft jaren geleden feuilleton in het Nederlands Dagblad gestaan. Als je een vervolgverhaal schrijft moet je er voor zorgen dat het direct spannend begint, en dat de vaart er in blijft. Ik vind dat dit in dit verhaal heel aardig gelukt is. Vrijwel vanaf de eerste bladzijde is het lekker spannend.