Wie ben ik
Ik ben Bert Wiersema, geboren op 11 mei 1959 aan de Singels in Groningen. Dat is inderdaad vlak bij waar professor Lammers, een van de figuren uit mijn boeken, woont. Ik woon er al lang niet meer, maar de stad heeft nog steeds een warm plekje in mijn hart. Ik ben getrouwd met Nelie. Samen hebben we 4 kinderen en ook al 10 kleinkinderen.
Mijn beroepskeuze
Als jongetje wilde ik natuurlijk eerst brandweerman of privédetective worden, maar zo rond mijn zestiende stond mijn besluit vast. Ik zou onderwijzer worden. Dus ging ik na de Havo naar de Pedagogische Academie in Groningen. Na drie jaar had ik mijn diploma op zak en kon ik gaan solliciteren. In 1980 viel het niet mee om een baan te krijgen, maar toch kreeg ik vrijwel meteen een baan in het kleine dorpje Ureterp. Wel even wennen van de grote stad naar een plattelandsdorp, maar ik heb er 25 jaar met veel plezier gewoond.
In 1998 maakte ik de overstap naar het voortgezet onderwijs en kreeg een baan als Aardrijkskunde leraar aan het Gomarus college in Drachten. Ik heb toen mijn diploma Aardrijkskunde nog gehaald.
In 2005 zijn we ook naar Drachten verhuisd. We wonen op een heerlijk plekje, met een park voor ons, en een heerlijke tuin achter.
Mijn eerste boek
Toen ik voor de klas stond bleek dat ik heel aardig kon vertellen. Schrijfplannen had ik niet. Wel herinner ik mij dat ik het schrijven altijd al wel leuk heb gevonden. Ik heb heel wat artikeltjes in verschillende schoolkranten geschreven. Toch ben ik schrijver geworden. Ik had namelijk het geluk dat ik pech kreeg. Dat klinkt gek, maar als dit niet gebeurd was, was ik vast geen schrijver geworden. Erg zuinig op mijn stem was ik bij het vertellen vaak niet. Op een keer waren mijn stembanden zo beschadigd dat ik thuis kwam te zitten. En toen ben ik uit verveling gaan schrijven. Eerst een ridderverhaal dat ik wel eens in de klas vertelde.
Mijn schoonvader had in die tijd een minicamping bij zijn boerderij in de Achterhoek (de boerderij heet Hericks, net zoals de boerderij uit het eerste deeltje van “Chris en Jorieke”) Op die camping logeerde een schrijver die mijn verhaal las. Hij vond het erg mooi en vroeg of ik een verhaal wilde schrijven voor het jeugdblad Rechte Sporen. Daarvoor schreef ik het verhaal Avontuur op Terschelling. Dit heb ik later aangepast tot een “Chris en Jorieke” verhaal, deel 10 uit de serie.
Toen mijn verhaal ik het jeugdblad geplaatst werd had ik de smaak te pakken. Ik schreef een feuilleton over de boerderij van mijn schoonvader, bedoeld voor het Nederlands Dagblad. Maar daar heeft het nooit ingestaan. Het kwam terecht bij uitgeverij de Vuurbaak, die in het zelfde gebouw zit. Zij vonden het goed genoeg om uitgegeven te worden. Tja, en dan ben je ineens schrijver.
De Libries
In 1999 kreeg ik een hartinfarct. Gelukkig ben ik daar goed doorheen gekomen, maar ik moest wel leren om een beetje anders te leven. Dat valt voor een bezige bij als ik niet mee. Gelukkig hebben we de Libries kunnen kopen. Dat is onze boot (inderdaad, ook de boot van Chris en Jorieke) waarmee we vaak op het water te vinden zijn. Zeilen vinden we allemaal heerlijk. Je komt er helemaal van tot rust.
Het schrijven gaat verder
Na de serie “Chris en Jorieke” volgen nog meer series en boeken. “Logboek Lammers” was de tweede serie. Vanaf het begin heb ik elk jaar wel een paar boeken geschreven. Twee keer heb ik er een prijs mee gewonnen. In 1999 kreeg ik de Eigenwijsprijs voor mijn boek “De kluizen van de “Titanic”. In 2000 was het nog een keer raak. Toen kreeg ik dezelfde prijs voor “De ontvoerde professor”. In 2005 werd mijn boek “Ontvoerd” genomineerd voor de Thea Beckman prijs, maar die heb ik niet gewonnen.
In 2006 maakte ik de overstap naar uitgeverij Columbus, onderdeel van de Jongbloedgroep in Heerenveen. Ik was wel eens aan een nieuwe uitdaging toe. De Jongbloedgroep is wat breder opgezet, en naast het schrijven van boeken waren daar andere schrijfklussen te doen. Zo heb ik meegewerkt aan de prentenbijbel van Marijke ten Cate. De verhalen over Jozef, Mozes en Ruth heb ik geschreven. Verder schrijf ik, samen met andere schrijvers, teksten voor De Taalfontein, een prachtige taalmethode voor het christelijk onderwijs. Het geeft me echt een kick als ik een taalboek opensla, en ik zie daar de verhaaltjes van mijn eigen hand.
Ook ben ik voor Columbus en de ZOA naar een vluchtelingenkamp in Thailand geweest. Een emotionele ervaring, die ik gebruikt heb om het boek “Leven achter prikkeldraad” te kunnen schrijven.
Voor een overzicht van al mijn boeken kun je kijken bij Boekenseries.
Een bijzonder boek
Eén bijzonder boek wil ik nog noemen, “Een regenboog in de Woestijn” omdat ik dat samen met mijn dochter Klarine heb geschreven. In 2012 kreeg Klarine, inmiddels getrouwd met Johan en moeder van drie lieve kinderen, borstkanker. In 2017 is zij daaraan overleden. Wat heeft zij in die tijd van ziekte en behandelingen haar gaven ontwikkeld. Ze heeft zich vanuit haar eigen ervaring ingezet voor mensen in een soortgelijke situatie. Ze vond het zo belangrijk, dat kinderen met een ernstig zieke ouder ook de aandacht krijgen die ze nodig hebben. Ze richtte de “Stichting Colours” op om die kinderen even hun ellende te doen vergeten en te helpen bij de verwerking van die vreselijke gebeurtenis. En we hebben dan samen
het boek “Een regenboog in de woestijn” geschreven. Vanuit ons eigen perspectief beschrijven wij hoe we de periode dat Klarine ziek was ervaren hebben. Klarine als kankerpatiënt, moeder en echtgenote, ik als vader en grootvader. We geven praktische tips voor ouders en grootouders in een vergelijkbare situatie. En we mogen getuigen van de bemoedigingen die wij zelf mochten ontvangen. Want telkens weer was er die regenboog, niet alleen thuis in Friesland, maar zelfs op reis in een kurkdroge woestijn in Israël. En het werk van de stichting Colours gaat verder. Klik hier om door te linken naar de website.
Contact
Facebook: bert.wiersema schrijverspagina.
Mailen: bert.wiersema@hotmail.com.
Ik kan helaas geen scholen bezoeken. Maar wel is het mogelijk om online een klas te bezoeken. Zou je dat willen, neem gerust via de mail contact met me op.